donderdag 12 juni 2014

Smaken verschillen


In de ayurvedische en Chinese geneeskunde onderscheiden we diverse smaken die allemaal verschillende uitwerkingen hebben op ons lichaam. Een smaak kan licht of zwaar zijn, vochtig of droog, koud, warm of heet. Maar ook pikant, zuur, zoet, bitter, scherp, zout of wrang. Iets kan kleverig, vettig of korrelig op onze tong aanvoelen. Al deze eigenschappen geven in het lichaam andere prikkels en effecten. Sommige zorgen voor een betere vertering daar waar andere een verzwaring geven of zelfs tot uitdroging leiden. Een evenwichtige smaak vol van alle facetten zorgt voor een evenwicht in de stofwisseling en in ons hele lichaam.

De kalmerende werking van zoet wordt in onze cultuur vaak verward met ‘troost’. Zoet is volgens de oosterse geneeskunde opgebouwd uit de elementen aarde en water (nier en milt). Teveel zoet geeft een zompig effect en leidt op lange termijn tot zwaarheid en vochtigheid. Het betekent met name vasthouden van gewicht en vocht. Het geeft veel mensen echter voldoening omdat het technisch gezien ook een uitwerking heeft op serotonine, ons gelukshormoon. Het zal de spijsvertering niet stimuleren en dus een loom gevoel geven na het eten.

De smaak zuur bestaat uit de elementen aarde en vuur (hart en milt). Het heeft een verwarmende kwaliteit en bevordert de spijsvertering. Zure producten zoals citroen geven daarnaast op emotioneel niveau een verfrissend gevoel. Toch zijn er ook mensen die juist tegenovergesteld reageren op zuur. De pessimisten, die we dan ook wel eens zuurpruim noemen. Teveel zuur is dan zeker niet goed.

Zout bestaat uit de elementen water en vuur (hart en nier). Ook deze smaak heeft een verwarmende invloed. Zout zorgt voor het vasthouden van vocht. De spijsvertering wordt gestimuleerd doordat het spijsverteringsvuurtje wordt verhoogd. Dit geeft bij ‘vurige types’ meer irritatie en bij mensen die overgewicht hebben meer vochtophoping. Bij kouwelijke mensen kan zout goed uitpakken. Zout heeft een aardende werking, geeft structuur en concentratie. Het geeft ook verlangen naar zintuiglijke bevrediging. De verslavende eigenschap is net zo sterk als bij zoet. Chips is hiervan een goed voorbeeld. Zout heeft een stimulerende werking op de bijnieren (adrenaline en cortisol). Het heeft, net als cafeïne, een hyperactieve werking. Kleine hoeveelheden zout zijn echter prima.

Bitter bestaat vooral uit het element vuur (hart). Een 16e eeuws spreekwoord luidt ‘bitter in de mond maakt het hart gezond’. Het zorgt vooral voor een goede ontgifting en leveren ons lichaam veel energie. Spruitjes, witlof en andijvie  zijn heerlijke voorbeelden van bittere groente.
Over het algemeen zijn zoet en zout te rijkelijk vertegenwoordigd in onze voeding. Ze overheersen de andere smaken. Het zou veel beter zijn als er elke dag voldoende smaakvariatie op het menu staat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten