In de ayurvedische en Chinese geneeskunde onderscheiden
we diverse smaken die allemaal verschillende uitwerkingen hebben op ons
lichaam. Een smaak kan licht of zwaar zijn, vochtig of droog, koud, warm of heet.
Maar ook pikant, zuur, zoet, bitter, scherp, zout of wrang. Iets kan kleverig,
vettig of korrelig op onze tong aanvoelen. Al deze eigenschappen geven in het
lichaam andere prikkels en effecten. Sommige zorgen voor een betere vertering
daar waar andere een verzwaring geven of zelfs tot uitdroging leiden. Een
evenwichtige smaak vol van alle facetten zorgt voor een evenwicht in de
stofwisseling en in ons hele lichaam.
De kalmerende werking van zoet wordt in onze cultuur
vaak verward met ‘troost’. Zoet is volgens de oosterse geneeskunde opgebouwd
uit de elementen aarde en water (nier en milt). Teveel zoet geeft een zompig
effect en leidt op lange termijn tot zwaarheid en vochtigheid. Het betekent met
name vasthouden van gewicht en vocht. Het geeft veel mensen echter voldoening
omdat het technisch gezien ook een uitwerking heeft op serotonine, ons
gelukshormoon. Het zal de spijsvertering niet stimuleren en dus een loom gevoel
geven na het eten.
De smaak zuur bestaat uit de elementen aarde en vuur
(hart en milt). Het heeft een verwarmende kwaliteit en bevordert de
spijsvertering. Zure producten zoals citroen geven daarnaast op emotioneel
niveau een verfrissend gevoel. Toch zijn er ook mensen die juist
tegenovergesteld reageren op zuur. De pessimisten, die we dan ook wel eens
zuurpruim noemen. Teveel zuur is dan zeker niet goed.
Zout bestaat uit de elementen water en vuur (hart en
nier). Ook deze smaak heeft een verwarmende invloed. Zout zorgt voor het
vasthouden van vocht. De spijsvertering wordt gestimuleerd doordat het
spijsverteringsvuurtje wordt verhoogd. Dit geeft bij ‘vurige types’ meer
irritatie en bij mensen die overgewicht hebben meer vochtophoping. Bij
kouwelijke mensen kan zout goed uitpakken. Zout heeft een aardende werking,
geeft structuur en concentratie. Het geeft ook verlangen naar zintuiglijke
bevrediging. De verslavende eigenschap is net zo sterk als bij zoet. Chips is
hiervan een goed voorbeeld. Zout heeft een stimulerende werking op de bijnieren
(adrenaline en cortisol). Het heeft, net als cafeïne, een hyperactieve werking.
Kleine hoeveelheden zout zijn echter prima.
Bitter bestaat vooral uit het element vuur (hart). Een
16e eeuws spreekwoord luidt ‘bitter in de mond maakt het hart
gezond’. Het zorgt vooral voor een goede ontgifting en leveren ons lichaam veel
energie. Spruitjes, witlof en andijvie
zijn heerlijke voorbeelden van bittere groente.
Over het
algemeen zijn zoet en zout te rijkelijk vertegenwoordigd in onze voeding. Ze
overheersen de andere smaken. Het zou veel beter zijn als er elke dag voldoende
smaakvariatie op het menu staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten