Het moet ongeveer dertig jaar geleden zijn dat ik
aanwezig was bij een congres van een Amerikaanse kinderarts ergens in
Nederland. In een zaal vol ongeloofwaardige artsen en therapeuten, waarschuwde
ze voor een naderende epidemie van diabetes type 2 onder kinderen. In Amerika
was het al zover. “Wat weten jullie huisartsen nu eigenlijk over voeding”,
vroeg ze terecht.
Het aantal diabetespatiënten blijft maar explosief
groeien, kopte een krantenbericht deze week. Kunstalvleesklieren, cel
transplantatie en gentherapie zijn de jongste wapens in de strijd tegen
suikerziekte. Vijf procent van de Nederlanders kampt nu al met suikerziekte en
dit percentage zal de komende jaren nog veel verder stijgen. Wat is er toch
mis. Zijn onze genen de weg kwijt of liggen de oorzaken elders?
Professor Pruimboom zei onlangs tijdens een lezing dat
een alvleesklier wel drie mensenlevens mee moet kunnen gaan. “Wij presteren het
om dit krachtige orgaan in een paar decennia kapot te maken”, betoogde hij. Er
is duidelijk iets aan de hand met onze suikerniveau ’s. In 1930 consumeerde we
4,5 kilo suiker per persoon, in 2010 was dit al opgebouwd naar 39 kilo per
persoon. “Suiker, het witte vergif”, zei een van mijn docenten ooit. De
suikerindustrie heeft miljoenen dollars geïnvesteerd in allerlei gesubsidieerde
wetenschappelijke onderzoeken om het publiek ervan te overtuigen dat suiker een
onschadelijk “fun food” is. Inmiddels weten we dat suiker tot sabotage in de
hersenen leidt. In geraffineerde vorm wordt deze zeer snel door ons lichaam opgenomen
en stimuleert het de vrijmaking van overmatige hoeveelheden insuline. Bovendien
werkt suiker uiterst verslavend. Helaas beweert het voedingscentrum, ondanks
steeds meer wetenschappelijke publicaties hierover, het tegendeel.
Een teveel aan suikers leidt tot overmatige
insulineproductie. Bovendien wordt dit teveel uiteindelijk opgeslagen in onze
vetcellen. Het lichaam raakt door de overvloedigheid helemaal de weg kwijt en
ook de cellen worden langzamerhand insulineresistent. De alvleesklier geeft het
op, onze vetmassa neemt toe en we houden teveel suikers in de bloedbaan.
De
oplossing ligt niet in het bedenken van methodes en middelen om de symptomen te
bestrijden maar in een aanpak van de suikerindustrie en onze voedingsgewoonten.
Diabetesverpleegkundige en diëtiste Harriët Verkoelen bepleit een
koolhydraatarm dieet: minder brood, pasta, rijst, aardappelen en veel meer
groente. Ook binnen mijn praktijk werk ik al jaren op deze manier aan
voedingsgewoonten. Daarnaast is beweging natuurlijk erg belangrijk. Als we onze
voedingsgewoonten houden, zoals ze nu voorgeschreven worden door het
voedingscentrum, dan zullen we geen vat krijgen op deze epidemie. Alle
investeringen in nieuwe methodieken ten spijt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten