Liesbeth (49) komt bij me op het spreekuur en vertelt
dat ze een groot risico heeft op osteoporose, nu ze in de overgang is. Haar oma
en moeder leden aan een ernstige vorm van botontkalking. Een recente
botdichtheidsmeting en een bezoek aan het ziekenhuis hebben haar erg ongerust
gemaakt. Ze vraagt zich af hoe dit nu kan want sinds enkele jaren gebruikt ze
al vitamine D, calcium en een medicijn van de huisarts. “Wat moet ik nu”,
vraagt ze wanhopig. De diëtiste in het ziekenhuis schrijft haar een dieet voor met
veel melkproducten. De overgangsconsulente vraagt haar juist om melkproducten
weg te laten. “Wie heeft er nu gelijk”, vraagt ze. Op de televisie heeft ze pas
nog een specialiste horen vertellen dat melk zo belangrijk is maar op internet
komt ze evenzoveel negatieve berichten over melk tegen.
Ik vraag naar haar voedingsgewoonten en die zitten
goed. Ze vermijdt suikers en ongezonde vetten, eet veel verse groenten en
fruit, met mate vlees en vis, regelmatig yoghurt. Ze leidt echter een zittend
leven en ik adviseer haar elke dag een kwartier lang touwtje te springen. Uit
een laboratoriumonderzoek blijkt dat ze toch te laag zit met haar magnesium en
calciumspiegels. Zelfs haar vitamine D status is, ondanks suppletie, te laag.
Ze klaagt over haarverlies en broze nagels en dit kan wijzen op een slechte
maagzuurproductie. Misschien is dat de reden waarom ze zo weinig opneemt aan
essentiële stoffen. Liesbeth vertelt dat ze moeite heeft met vertering en
eigenlijk alleen kleine hoeveelheden kan eten.
Ik vertel haar over het onderzoek van Professor Frits
Muskiet naar de relatie tussen hoge melkconsumptie en osteoporose. “Maar hoe
kom ik dan aan mijn calcium”, vraagt ze. Ik vertel haar wat koeien eten om calcium
in melk te krijgen en probeer het verhaal van de diëtiste van het ziekenhuis te
ontkrachten. “De overgangsconsulente heeft toch haar huiswerk beter gedaan”,
vertel ik.
Ik verhoog de hoeveelheid vitamine D aanmerkelijk en
geef haar ook calciumcitraat. Ik schrijf haar tevens vitamine K2 voor. Verder
geef ik haar betaïne en pepsine, twee belangrijke bestanddelen van het maagsap.
Ik hoop dat ze op die manier de vitaminen en mineralen beter gaat opnemen uit
de darm.
Liesbeth
volgt mijn adviezen een jaar lang en stopt met het middel van de huisarts, dit
laatste overigens op eigen initiatief. Na dit jaar laat ze opnieuw een
botmeting doen. De botontkalking is gestabiliseerd en ter hoogte van de heupen
is er zelfs een lichte verbetering volgens de scan. Liesbeth vertelt dat haar
spijsvertering is verbeterd, haar haren vallen minder uit en haar nagels zijn
sterker geworden. Mijn advies aan haar is om nog minstens een jaar door te gaan
met deze therapie en beslist geen melk te drinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten